Toen Sven Zuiderveld (nu 6) vier jaar was, had hij moeite met het uiten van zijn emoties. Hij was soms erg van slag en gefrustreerd en kon niet onder woorden brengen wat er aan de hand was. Zijn moeder Janny maakte zich zorgen. Helemaal toen de leerkracht van de basisschool ook aangaf vragen te hebben over de emotionele ontwikkeling van haar zoon. Zelf vertelt ze over de begeleiding die de familie Zuiderveld gehad heeft van pedagoog Hiske.
“Sven is heel gevoelig. Als iets niet lukte, kon hij daar compleet van overstuur zijn. Omdat hij moeite had met het uiten van zijn emoties, kon hij ze niet kwijt. Dat maakt hem of heel boos of heel teruggetrokken. Sven kwam wel bij me met een bloedende knie, maar als ik dan vroeg wat er gebeurd was en of het pijn deed, kon hij dat niet echt aangeven. Daarnaast merkte ik dat Sven en z’n zusje Mieke, graag de volledige aandacht willen hebben. Zodra mijn man Gert thuis kwam uit het werk, wilden ze direct met hem spelen. Hij vond dat lastig, was moe en dan ontstond er gezeur. Ik merkte dat ik het moeilijk vond met deze dingen om te gaan. Toch was het een hele stap hulp te vragen. Dat kwam ook omdat Gert er eerst niet achter stond. Hij was bang dat er een pedagoog zou komen die het allemaal beter wist en ons de les kwam lezen.
Ik ben nu heel blij dat we die stap wel gezet hebben. Hiske, de pedagoog, kwam bij ons thuis en was juist helemaal niet opdringerig. Ze was een luisterend oor en dacht mee. Zo ben ik op haar advies voor Sven emoties gaan benoemen, in plaats van om hem daarover steeds vragen te stellen. Zo kon hij leren wat emoties zijn. Het was eerst wel een beetje gek om dat te doen. Als iets Sven niet lukte, zei ik: ‘Ik zie dat je boos bent.
Het lukt niet hè, vervelend.’ Wat ik merkte was dat ik me daardoor ook bewuster werd van mijn eigen emoties en mijn man ook! Verder heeft Hiske ons aangeraden om Sven en Mieke voor te bereiden op veranderingen. Zo komen ze minder voor verrassingen te staan en weten ze wat er gaat gebeuren of wat er van ze verwacht wordt. Dat geldt ook voor het spelen met hun vader. Daar hebben we een vast moment van gemaakt. Als Gert thuis komt, drinkt hij eerst een kopje koffie. Daarna heeft hij aandacht voor de kinderen. Die duidelijke afspraak is voor iedereen heel prettig.
Na een tijdje merkte ik dat Sven een ander kind werd. Hij is rustiger, veel minder gefrustreerd. Hij komt bij me als er iets is en kan het dan beter uitleggen. Dat is een heel verschil. We geven Sven complimenten als hij iets goed doet en helpen hem dingen zelf te laten oplossen. Al vind ik het nog wel eens lastig om stapje voor stapje dingen los te laten. Hiske is ook op de school van Sven geweest. Ze heeft daar video-opnames gemaakt en die besproken met zijn juffrouw. Daar zijn we erg blij mee. Als Sven op school is, zijn wij daar natuurlijk niet bij om zijn gedrag te sturen. Op deze manier kan de juffrouw ook aan de slag met Hiske’s adviezen. We horen dat het nu op school ook beter met hem gaat.
Gert en ik waren beide 20 jaar toen Sven geboren werd. Sommige mensen vinden dat best jong, maar in de wijk waar wij wonen is het eigenlijk heel normaal. Wat ik nu merk, is dat ik het op die leeftijd nog heel erg belangrijk vond hoe de buitenwereld dacht over wat ik deed en hoe ik eruit zag. Alles moest perfect zijn. Nu sta ik stil bij wat ik zelf vind en wat belangrijk is voor mijn kinderen. De begeleiding van Hiske heeft daarbij geholpen. Het heeft een goede basis gelegd met allemaal opvoedadviezen die ik steeds weer kan gebruiken. Niet alleen Sven heeft meer zelfvertrouwen gekregen, ik ook. Het gaat er in ons gezin relaxter aan toe. De hele sfeer in huis is positiever.”